Pup zindelijk maken

Wie een pup aanschaft, maakt meestal direct een begin met het zindelijk maken van de jonge hond. Omdat honden van nature zindelijke dieren zijn, is dit een kwestie van stimuleren en aanmoedigen. Het ontwikkelen van het bij de geboorte meegekregen instinct om het 'nest' niet te bevuilen, levert normaal gesproken geen problemen op. 

Wilde hondachtige en wolven houden hun hol angstvallig schoon. Steevast worden uitwerpselen van pups door de ouders weggebracht. Zodra de pups kunnen lopen, zoeken zij zelf een plekje buiten het nest om hun behoefte te doen. Geen wonder dus dat het erg belangrijk is dat de pups al bij de fokker in een zo schoon mogelijke omgeving zijn opgegroeid. Een fokker die verantwoord te werk gaat, voorkomt dat de jonge hondjes tussen hun eigen uitwerpselen moeten verblijven. Vaak liggen er kranten op de vloer van de speciale werp kist of is er een afgezette loopruimte voor de pups gereserveerd. In die ruimte zullen de pups een plek voor hun behoefte zoeken die zo ver mogelijk verwijderd is van de plaats waar ze normaliter slapen. Stro is als ondergrond minder geschikt, omdat urine en uitwerpselen er doorheen zakken. Verder kan stro niet worden schoongemaakt en moet het telkens volledig worden vervangen. Gebeurt dat niet, dan wennen de pups eraan om in hun eigen viezigheid te zitten en wordt het voor de nieuwe eigenaar een moeilijker om de pup zindelijk te maken. 

Ongelukjes voorkomen 

Voor de pup die we net bij de fokker hebben opgehaald, geldt dat ons huis te groot is om het als nest te beschouwen en schoon te houden. Reken er dus maar op dat er de eerste weken de nodige ongelukjes gebeuren. Probeer die zoveel mogelijk te voorkomen door de pup nauwlettend in de gaten te houden Pak hem op en zet hem buiten bij verdachte voortekenen, zoals snuffelen en een rondje draaien. Tien tegen een dat de pup zal 'moeten' hij een slaapje heeft gedaan, als hij net heeft gegeten of heeft gespeeld. Pak het hondje op (de ene hand onder zijn achterste en de andere tussen zijn voorpoten). Til het dier nooit op aan zijn voorpoten!. Zet hem tenslotte buiten op een plekje dat geschikt wordt geacht als hondentoilet. Dat kan een stukje tuin zijn of bos of openbaar groen waar het geen kwaad kan. Als het maar snel bereikbaar is! 

Wie een terras heeft, kan er tijdelijk een of twee tegels uit halen, zodat de pup leert om daar in dat plekje zand zijn behoefte te doen. Is hij eenmaal zindelijk, dan kunnen de tegels weer terug en komt de hond niet meer in de verleiding. Ook op het balkon van een flat gaat het prima. Het is te overwegen om daar een stukje gras neer te leggen om het toiletje duidelijk te markeren. Maak dat dan wel telkens zo goed mogelijk schoon De geurtjes die er toch nog blijven hangen zullen de pup stimuleren om er ook een volgend keer zijn behoefte te doen, een oude krant doet wonderen, leg die in de kamer, en werk hem richting deur, zodat ze weten dat ze uiteindelijk naar de deur moeten om te gaan plassen.

Dezelfde plek  

Waar het hondentoiletje ook geïnstalleerd wordt, het is belangrijk dat de pup telkens weer op dezelfde plek terugkomt om zijn behoefte te doen. Vind het dus niet goed dat de hele tuin tot uitlaatplaats wordt gebombardeerd. Neem de pup aan de lijn mee naar de bewuste plaats of zet hem daar neer. Houd hem dan ook aan de lijn, zodat hij niet uit eigen beweging ergens anders naar toe kan. Bij erg jonge pups is het aan te bevelen om hem in huis op te pakken en pas op zijn toiletje weer neer te zetten, zodat er onderweg niets gebeuren kan. Het oppakken zet namelijk direct een rem op de behoeftedrang. Wacht bij het hondentoiletje geduldig (!) tot de pup door de achterpoten zakt en moedig hem dan direct aan met woorden in de trant van: ’Dat is braaf plassen’. Welke woord gebruikt wordt maakt voor de hond niet uit, als het maar telkens hetzelfde is. Je zou dus ook kunnen zeggen: ‘braaf opschieten!’ Of zelfs ‘lekkere chocola’ Als het maar consequent (en uitbundig) gebruikt wordt voor de behoefte doen. Wie dat een tijdje zo volhoudt, krijgt een hond die later op commando zijn behoefte doet en voorkomt daarmee dat het dier souvenirs achterlaat op plekken waar dat niet welkom is. Dit is natuurlijk een algemeen verhaal, poedels en doodle ’s zijn erg schoon, dus als ze ouder worden willen ze niet meer in hun eigen tuin de behoefte doen.( anekdote: mijn ouders vonden het wel fijn als de poedel in de tuin haar behoefte zou doen, want dat kan wel eens makkelijk zijn, nou mooi niet, ze weigert !! geef haar maar eens ongelijk.)

Ongelukjes  

Ondanks alle oplettendheid zal er in het begin toch wel het nodige in huis terecht komen. De voortekenen zijn niet altijd even duidelijk en het kwaad is snel geschied. Maak u dan vooral niet boos en haal in geen geval de hond met zijn neus erdoor. Hij weet immers nog niet beter en zal schrikken en zenuwachtig worden van uw bestraffing. Neem u liever voor om in het vervolg nog beter op te letten. Ruim het ‘corpus delict m’ rustig op, gebruik geen schoonmaakmiddel met ammoniak erin, want die geur werkt juist aanlokkelijk. 

Wie de pup alleen thuislaat, dient te beseffen dat de hond lichamelijk nog niet in staat is om zijn behoefte lang op te houden. De opwinding en wellicht de nervositeit als hij merkt alleen achtergelaten te worden, kunnen al voldoende zijn om de sluizen open te zetten. Het heeft geen enkele zin om de pup daarvoor bij thuiskomst te straffen. Die weet zich van prins geen kwaad en de uitfoeterring, zal hem alleen maar onzeker maken en ervoor zorgen dat hij een volgend keer uw thuiskomst met angst en beven tegemoet ziet.  

De eerste nachten  

De eerste nacht in het nieuwe huis is voor veel nieuwe hondenbanen een groot probleem. Vroeger werd geadviseerd om de pup in een doos of kist te zetten, waar hij niet uit kon. Ergens op een rustige plek, bijvoorbeeld in de keuken. Er werd dan bij gezegd zijn gejammer en geblaf te negeren. Onder het motto went hij er gelijk aan dat hij niet altijd zijn zin kan krijgen en wel eens alleen moet blijven. Maar probeer u eens voor te stellen hoe de pup zo'n nacht beleeft. Het hondje zat tot nu toe veilig en gezellig bij moeder, broertjes en zusjes in het nest. Ineens is hij uit die vertrouwde omgeving geplukt en plompverloren ergens anders gebracht. En dan wordt hij ook nog ineens opgesloten en voor het eerst van zijn leven moederziel alleen gelaten! Afgezien van deze uiterst onplezierige ervaring, die op zo'n jonge pup een diepe indruk kan maken, kleeft er nog een belangrijk nadeel aan deze methode. Als de pup namelijk nodig ‘moet’ en niet uitgelaten wordt (de eigenaar ligt immers op één oor ... ), zal hij zo lang mogelijk proberen zijn behoefte op te houden. Daardoor voelt hij zich doodongelukkig, want zijn nest bevuilen zal hij niet snel doen. Maar vroeg of laat zal er toch iets uit moeten en zal hij het hoopje of plasje in de doos of kist deponeren. Op deze manier leert het hondje (helemaal tegen zijn natuurlijk instinct in) zijn eigen slaapplaats te bevuilen en dat heeft een zeer averechts effect op het zindelijk maken  

De Doos 

Gelukkig is er een manier om de nieuwe pup ook die allereerste nacht goed door te helpen. Dat is de ‘doos naast het bed’, methode, die niet alleen vriendelijk is voor de pup en zijn eigenaar, maar ook veel sympathieker voor de buren, die bij de ouderwetse methode vaak volop konden meegenieten van het gehuil en gejammer van de nieuwe huisgenoot. 

De doos moet net zo groot zijn dat de pup er weliswaar goed in past en lekker kan liggen, maar zonder dat hij van de ene naar de andere plek kan verhuizen en zonder dat hij er op eigen kracht uit kan klauteren. Laat de pup voor het slapen gaan nog een keer goed uit en zet hem dan in zijn slaapdoos. Spreek hem nog even kort geruststellend toe ( het is immers toch allemaal nieuw en vreemd voor hem), maar ga niet in op eventuele protesten. Na een tijdje zal de pup doorhebben dat er niets meer te beleven valt en in de wetenschap dat u vlak bij hem in de buurt bent, waarschijnlijk uitgeput van alle nieuwe belevenissen en ervaringen in slaap vallen. 

Zodra de natuur zich doet gelden zal de pup onrustig worden en wellicht wat beginnen te piepen. Doordat de doos vlak naast uw bed staat, hoort u dat en weet u dat het tijd is om de pup uit te laten. Wellicht dat er de eerste nachten een aantal sanitaire stop’s nodig zijn, maar allengs zullen die steeds minder vaak voorkomen. Dan begint u de doos in fasen steeds verder van het bed af te zetten, tot op de overloop en tenslotte op de plek, die u de hond als definitieve slaapplaats had toebedacht.  

Kamerkennel / bench  

In plaats van een doos of kist kunt u ook gebruik maken van een zogenaamd kamerkenneltje. Dat zijn draadkooien die vaak handig op te vouwen en te verplaatsen zijn. U kunt zo'n kamerkenneltje, van waaruit de pup vrij zicht heeft op zijn omgeving, ook prima gebruiken in de woonkamer op momenten dat u even (dus niet uren achtereen!) de handen vrij wilt hebben voor andere zaken. Wen de pup aan het kenneltje door hem er bijvoorbeeld zijn eten in te geven of er een lekkere kluif in te leggen. Zo bouwt de pup plezierige associaties op met het kenneltje en zal hij het waarschijnlijk al snel gaan beschouwen als een veilige haven waarin het goed toeven is.  

De kennel bewijst ook prima diensten als, er naast de jonge hond ook jonge kinderen in huis zijn. Om ongewenste confrontaties tussen hond en kind (die immers alle twee zeer nieuwsgierig zijn en nog helemaal met elkaar moet leren omgaan) te voorkomen, kan de hond zo nodig even buiten het bereik van de kinderen worden geplaatst. Laat hond en kind echter nooit zonder toezicht alleen en leer de kinderen zo snel mogelijk dat ze de hond op zijn slaapplaats met rust moeten laten. Tevens is het belangrijk om de pup op gezette tijden zijn rust te laten nemen, en dit kan ideaal in een Bench.

Straatzindelijk

Probeer als de pup eenmaal huiszindelijk is (de ene hond doet daar langer over dan de andere, wanhoop niet te snel) ook voor het uitlaten zo snel mogelijk goede regels te stellen. Vind niet goed dat de hond zelf uitmaakt waar hij zijn boodschap deponeert. Als hij als pup heeft geleerd om op commando zijn behoefte te doen, is heel eenvoudig te voorkomen dat hij plaatsen vervuilt waar anderen mensen zich eraan ergeren. En voor reuen geldt dat het helemaal niet nodig is dat zij overal te pas en te onpas, hun poot optillen. Vaak is dat niet een kwestie van nodig 'moeten', maar willen ze daarmee aan andere honden laten weten dat ze er zijn. Het is gewoon een stukje vlagvertoon waarmee ze hun belangrijkheid willen aantonen. Loop met de aangelijnde hond gewoon door op plaatsen waar u niet wilt hebben dat hij zijn poot optilt, zeg kordaat 'nee' als hij toch aanstalten maakt en geef hem pas gelegenheid op een plek waar het geen kwaad kan. Zorg dat u met een jonge hond altijd een zogenaamd ruimmiddel zoals een poepschepje, paraat hebt voor eventuele ongelukjes. Er is zo langzamerhand een uitgebreid assortiment van poepzakjes, schepjes en dergelijke op de markt. Een plastic zakje is ook een goed alternatief  

Puppy’s moeten veel leren....  

De eerste levenswegen bepalen veel van gedrag van later  
De fokker is belangrijk. Omdat onze huishonden echter ook veel met mensen moeten leren omgaan, is het verstandig als de fokker de puppy’s al in deze periode laat wennen aan de geur van mensen. Dit kan door iedere dag de pups even dicht tegen het lichaam van de fokker of een ander mens, te houden. Dan zien de pups later de mensen ook als iets heel normaals. Deze fase in het leven van de puppy’s noemen we 'vegetatieve fase'. 

Rond de tiende dag gaan de oogjes en oortjes open en gaan de pups leren wat voor uiterlijk en geluiden er horen bij al die luchtjes, waar ze al mee hebben kennis gemaakt. Dit duurt ongeveer een week. Deze periode noemen we de 'overgangsfase'. Vanaf de leeftijd van drie weken begint eigenlijk de aller belangrijkste fase in het leven van de pups. We noemen deze fase de 'primaire socialisatiefase. In deze periode, die tot ongeveer twaalf weken duurt, moeten de pups met alles kennismaken waarmee ze later in hun leven eens een keer geconfronteerd kunnen worden. Nu staan ze daar helemaal open voor. Ze nemen alles in zich op en zijn heel nieuwsgierig in het ontdekken van de grote wereld. De primaire socialisatiefase is op te splitsen in een deel bij de fokker, (tot ca. acht weken) en een deel bij de nieuwe eigenaar (van ca. acht tot twaalf weken). De fokker moet voor allerlei nieuwe situaties zorgen, waaraan de pups moeten wennen.